Algemeen
Bereidingstijd: Langer dan 2 uur
Maaltijdgang: Hoofdgerecht /
Soort keuken: Indonesische keuken
Techniek:
Aantal personen: 4 personen
Ingredienten:
1 kg. magere runderlapjes, zout en peper, 1/2 eetl. strooiaroma, 1 grote ui, 1 rode Spaanse peper, 1 groene Spaanse peper, 1 streng sereh, 5 cm laoswortel, 50 gr petehbonen, 3 dl olie, 5 blaadjes djeroek poeroet, 2 teentjes knoflook, 1-2 eetl. sambal badjak (of de zelfgemaakte sambal die ook bij mijn recepten staat), 5 eetl. ketjap mani, 2 eetl. suiker, 1/2 eetl. citroensap, 1 eetl. vers gebakken uitjes (fruitjes)
Voorbereiding:
Vlees in blokjes snijden. In pan doen: 3 dl water, vlees, 1 eetl. zout, 1/2 eetl.peper en strooi-aroma. Aan de kook brengen. Met een deksel op de pan in ca. 2 1/4 uur zachtjes gaar koken.
Intussen ui pellen en snipperen. Spaanse pepers wassen, halveren en zaadlijsten verwijderen en fijnsnijden.
Sereh in drieen vouwen en vastknopen. Laoswortel met mes inkerven. Petehbonen fijnsnijden. Vlees uit pan scheppen en in vergiet laten uitlekken.
Bereidingswijze:
In braadpan olie verhitten. Vlees toevoegen en 7 minuten bakken. Toevoegen: ui, Spaanse pepers, sereh, laoswortel, petehbonen en djeroek poeroetblaadjes. Knoflook erboven uitpersen. Door elkaar scheppen en 5 minuten bakken. Sambal en 2 dl warm water erdoor roeren. Op smaak brengen met ketjap, suiker en citroensap. Met deksel op de pan nog ca. 30 minuten zachtjes koken.
Voor het opdienen de sereh, laos en djeroekpoeroet blaadjes verwijderen. Op schaal scheppen en bestrooien met fruitjes.
|
|